Ezekiel 35:10
10Omdat gij zegt: Die twee volken en die twee landen zullen mij geworden, en wij zullen ze erfelijk bezitten, ofschoon de Heere daar ware; ▼▼ twee volken Juda en de tien stammen.
,
▼
,
▼▼ ofschoon de HEERE daar ware; Of, ofschoon de HEERE daar geweest is; dat is gewoond heeft. De zin is: Over God, overal, [gelijk goddeloze vijanden spreken] zij zullen voor ons zijn, wij zijn er nu de naasten toe, niemand zal het ons kunnen ontnemen. Anders: waar de Heere geweest is, verstaande dit van Juda, waar des Heeren tempel geweest was; vergelijk onder Eze 36:2 , met de aantekening.
Copyright information for
DutSVVA