Ezekiel 37:1

1De hand des Heeren was op mij, en de Heere voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen.
 hand des HEEREN was op mij, Zie boven Eze 1:3 .
,
 geest, Dat is, in een gezicht met optrekking van mijnen geest. Anders: zij [de hand des Heeren] voerde mij uit door den Geest des Heeren.
,
 zette mij neder Hebreeuws, deed mij rusten.
,
 beenderen Versta, dorre dode beenderen van verstorven mensen, gelijk volgt. Door dit gezicht en het volgende teken van twee stukjes hout, heeft God willen verzekeren de vervulling der genadebeloften, die in het voorgaande wijlopig gedaan zijn, zo van de lichamelijke verlossing uit Babel als van de geestelijke door den Messias en de vergadering der algemene kerk uit Joden en heidenen, hetwelk alles het begrip en vermogen van den mens teboven ging, om zijn volk te leren dat het Hem [als den almachtigen God] zo licht is zulks alles te volbrengen als doden op te wekken en levend te maken, [waarvan God hier een levendig beeld tot het geloof zijner kerk, voorstelt] en twee stukjes hout samen te voegen.
Copyright information for DutSVVA