Ezekiel 44:7

7Dewijl gijlieden vreemden hebt ingebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van vlees, om in Mijn heiligdom te zijn, om dat te ontheiligen, te weten Mijn huis; als gij Mijn brood, het vette en het bloed offerdet, en zij Mijn verbond verbraken, nevens al uw gruwelen.
 vreemden hebt ingebracht, Hebreeuws, kinderen of zonen van den vreemden of uitlandsen; dat is die geen Israëlieten, noch Gods bondgenoten, noch leden van zijn volk waren; zie 2Sa 22:45 , met de aantekening. Alzo vs.9, of, die niet van het priesterlijk geslacht waren, gelijk Lev 22:10 ; [zie de aantekening aldaar] en daarenboven goddeloos, gelijk volgt.
,
 onbesnedenen van vlees, Dit nemen enigen als twee soorten van onduchtige bedienaars van het heiligdom, zijnde sommigen Israëlieten, maar goddeloos, anderen uitlanders en geen Israëlieten, gans vreemd van God en zijn volk. Anderen verstaan hier zodanigen, die noch van binnen enige godzaligheid hadden, noch van buiten enigen schijn daarvan, zijnde goddeloos van hart en wandel; zie Deu 10:16 ; Jer 4:4 , en Jer 9:25-26 , met de aantekening.
,
 ontheiligen, Door hunne onwaardigheid, afgoderijen, bijgelovigheden en menselijke inzettingen; vergelijk 2Ki 23:5 ; 2Ch 34:5 , en boven Eze 43:7-8 , met de aantekening.
,
 brood, Dat is, spijs. Versta, het geofferde; zie Lev 3:11 , en Lev 21:8 ; Num 28:2 ; Mal 1:12 .
,
 vet en het bloed offerdet, Vergelijk onder vs.15, en Lev 3:16-17 ; maar dit hadden zij geofferd door onwettelijke en goddeloze priesters.
,
 zij Mijn verbond verbraken, De vreemde priesters, doende tegen al mijne ordinantiën, en alzo het verbond van het priesterdom inbrekende en vernietigende.
,
 uw gruwelen Boven de andere gruwelen die gij zelf bedreeft; anders: om, ter oorzaak van, vermits, enz.
Copyright information for DutSVVA