Ezekiel 7:27

27De koning zal rouw bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn, en de handen van het volk des lands zullen beroerd zijn; Ik zal hun doen naar hun weg, en met hun rechten zal Ik ze richten; en zij zullen weten, dat Ik de Heere ben.
 met verwoesting bekleed zijn, Dat is gans zeer vervuld zijn met ontzetting, verbaasdheid en wanhoop. Zie gelijke manier van spreken Job 8:22 , en in de aantekening. Hebreeuws, de vorst zal bekleed zijn, enz.
,
 het volk des lands Dat is, van het gemene volk. Alzo Jer 44:21 ; Hag 2:5 .
,
 beroerd zijn; Dat is, door beroering en ontzetting des harten gans onbekwaam zijn om iets tot afkering des vijands uit te richten. Vergelijk 2Sa 4:1 , en de aantekening.
,
 naar hun weg, Dat is, naar de verdiensten hunner werken.
,
 met hun rechten zal Ik ze richten; Dat is, met de straffen, die zij verdiend hebben. Recht voor straf. Zie 2Ch 20:12 , of naar de wijze, alzo zij verdienen. Recht voor wijze. Zie Gen 40:13 .
Copyright information for DutSVVA