Ezekiel 9:8

8Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere Heere, zult Gij al het overblijfsel van Israël verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?
 hen geslagen hadden, Te weten de inwoners van Jeruzalem.
,
 ik overgebleven was, Te weten menende alleen overgebleven te zijn. Vergelijk 1Ki 19:10 ; Rom 11:3 .
,
 op mijn aangezicht viel, Te weten door grote verslagenheid voor Gods strenge wraak en door medelijden over het verslagen volk. Vergelijk Gen 17:3 .
,
  Israël verderven, Dat is, van Juda en Benjamin, en die van de andere stammen onder die mochten vermengd zijn. Zie 2Ch 21:2 , en de aantekening.
Copyright information for DutSVVA