Galatians 1:19

19En zag geen ander van de apostelen, dan Jakobus, den broeder des Heeren.
 Jakobus, Daar zijn er twee geweest onder de apostelen van dezen naam. Zie van beiden Mat 10:2-3; Act 12:2, Act 12:17 en van dezen Act 12:17 en Act 15:13.
,
 den broeder Dat is, neef, een Hebreeuwse wijze van spreken. Zie Gen 14:14; Mat 12:46-47; 1Co 9:5; van dezen zie Mat 10:3, Mar 15:40.
Copyright information for DutSVVA