Galatians 2:15-16
15Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen; ▼▼ Wij zijn Of, wij Joden van nature, en niet zondaars uit de heidenen, wetende, enz. Wij, namelijk, ik en ook gij, Petrus. Want de apostel verhaalt hier nog, hoe hij Petrus heeft aangesproken.
,
▼
,
▼▼ niet zondaars Dat is, niet van heidense afkomst, welke afgodendienaars waren en grote zondaren, vreemd van het verbond Gods. Zie Eph 2:11. De apostel wil zeggen: Nademaal wij apostelen, die Joden zijn, onze rechtvaardigmaking niet zoeken in de werken der wet, maar in het geloof van Christus, zo moet men veel min de heidenen leren of noodzaken hunne rechtvaardigheid te zoeken in de onderhouding der wet; Rom 3:9.
16Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden. ▼▼ wetende, dat Dat is, omdat wij het zekerlijk weten.
,
▼▼ de mens niet Wie, of hoe heilig hij ook zou mogen zijn.
,
▼
,
▼▼ der wet, Namelijk Mozes, zo der zeden als der ceremoniën.
,
▼
,
▼
,
▼▼ zo hebben wij ook Dat is, dit is de oorzaak, waarom wij apostelen Christus met waar geloof aangenomen hebben. Want hadden wij door de wet kunnen gerechtvaardigd worden, zo zouden wij niet behoefd hebben tot Christus te gaan.
,
▼
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA