Galatians 2:4

4En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen.
 En dat om De apostel geeft hier reden, waarom hij Titus niet wilde laten besnijden, opdat de valse broeders, die de besnijdenis nog nodig hielden ter zaligheid, Act 15:1, in hunne dwaling niet zouden gestijfd, maar met de Christelijke vrijheid te beter bekend worden.
,
 ingekropen Dat is, die zich met bedrog en veinzing tot de gemeente der gelovigen begeven hadden.
,
 valse broederen Dat is, dragende wel den naam van broeders en gelovigen, maar inderdaad zijnde vijanden van de zaligmakende leer.
,
 van bezijden Dat is, met geveinsde nederigheid en belijdenis bedektelijk ingeslopen in de gemeente.
,
 verspieden Namelijk ten kwade, om heimelijk te vernemen of zij niet enige oorzaak zouden kunnen vinden, om ons te lasteren.
,
 onze vrijheid, Namelijk van de wet der ceremoniën, waaronder ook de besnijdenis was, om daaruit oorzaak te nemen van ons te lasteren.
,
 in Christus Jezus Dat is, door Christus ons verkregen, als hetgeen door de ceremoniën afgebeeld was, in Hem en door Hem vervuld is; Col 2:17.
,
 tot dienstbaarheid Dat is, dat wij de Christelijke vrijheid verlatende, van het juk der ceremoniën, als ter zaligheid nodig, zouden onderwerpen.
Copyright information for DutSVVA