Galatians 3:26-27
26Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. ▼▼ gij zijt allen Namelijk die het Evangelie hebt aangenomen, zowel heidenen als Joden.
,
▼▼ kinderen Gods Grieks zonen; namelijk volwassenen, die niet meer staan onder den tuchtmeester. Want hoewel de gelovigen des Ouden Testaments onder de wet ook Gods kinderen geweest zijn, zo is het nochtans dat zij als kleine kinderen onder den tuchtmeester gehouden worden, en daarom van dienstknechten niet verschilden; Gal 4:1.
,
▼
,
▼ 27Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. ▼▼ zovelen als gij Dit is, allen die gedoopt zijn; hetwelk verstaan moet worden van al degenen, die niet alleen den uitwendigen doop des waters, maar ook den inwendigen doop des Geestes ontvangen, 1Pe 3:21, gelijk blijkt in Simon den tovenaar, Act 8:13, Act 8:21, die wel den uitwendigen, maar den inwendigen doop niet heeft ontvangen.
,
▼▼ in Christus gedoopt Dat is, in den naam en in het geloof van Christus.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA