Galatians 6:10

10Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.
 terwijl wij tijd Namelijk om te zaaien, dat is, om den armen goed te doen; hetwelk in den tijd dezes levens moet geschieden, die kort en onzeker is.
,
 goed doen aan Grieks het goede werken; dat is, weldadigheid betonen.
,
 allen, maar meest Namelijk armen, of anderen, die onze hulp en bijstand nodig hebben. Zie Luk 10:36-37.
,
 huisgenoten des geloofs Dat is, de gelovige Christenen, die met ons ledematen zijn der gemeente, welke is het huis des levenden Gods, 1Ti 3:15; aan dezen zijn wij meer verbonden, en het zou onbehoorlijk zijn dat zij, die tot één huis behoren, elkander honger en gebrek zouden laten lijden.
Copyright information for DutSVVA