Genesis 1:10
10En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeën; en God zag, dat het goed was. ▼▼ zeeën; Er staat niet: zee, maar: zeeën, omdat door dit woord bij de Hebreën niet alleen verstaan wordt de grote zee, gelijk
Ecc 1:7, maar ook andere zeeën, poelen, meren en alle verzamelingen, der wateren. Zie
Gen 14:3;
Exo 14:23;
Num 34:11;
Mat 4:18;
Joh 21:1, en elders.