Genesis 1:3
3En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. ▼▼ zeide Gods zeggen is zijn wil, zijn bevel en daad,
Psa 33:9;
Psa 148:5, welken Hij uitgevoerd heeft door zijn wezenlijk Woord, hetwelk van eeuwigheid af God en bij God geweest is,
Joh 1:1-2;
Psa 33:6.
,
▼▼ licht Een klaar, helder, luchtig wezen, verlichtende den duisteren klomp, en door zijn omloop makende dag en nacht.