Genesis 10:14

14En de Pathrusieten, en de Casluchieten, van waar de Filistijnen uitgekomen zijn, en de Caftorieten.
 Pathrusim, Die omtrent de stad Pathros in Egypte gewoond hebben. Zie van dezen Isa 11:11.
,
 Kasluhim, De inwoners van Cassiotis.
,
 van waar Als ook van Caphthorim. Zie Deu 2:23; Jer 47:4; Amo 9:7. Het schijnt dat deze twee broeders uit hun woonplaats tezamen zijn opgetogen, en het land Palestina hebben ingenomen, waarom zij Filistijnen genaamd zijn.
,
 Filistijnen Dat is, inwoners van Palestina.
,
 uitgekomen Anders, afgekomen.
,
 Kaphtorim Afkomstig uit Caphtor; zie daarvan Deu 2:23.
Copyright information for DutSVVA