Genesis 11:4

4En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in den hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden!
 opperste Hebr. Hoofd.
,
 in den hemel zij Een manier van spreken, dienende tot zonderlinge vergroting; zie Deu 1:28 en Deu 9:1; Psa 107:26; Mat 11:23. Dit is een gans goddeloos en stout voornemen, alsof zij God en alle mensen ten trots, zulk een werk wilden maken, waardoor zij zich tegen alle geweld mochten verzekeren.
,
 de ganse aarde Hebr. het aangezicht der ganse aarde; zo ook onder vs.8,9.
Copyright information for DutSVVA