Genesis 16:5

5Toen zeide Sarai tot Abram: Mijn ongelijk is op u; ik heb mijn dienstmaagd in uw schoot gegeven; nu zij ziet, dat zij ontvangen heeft, zo ben ik veracht in haar ogen; de Heere rechte tussen mij en tussen u!
 Mijn ongelijk Dat is, het ongelijk, dat mij wordt aangedaan. Dit heeft Sarai gesproken uit ongeduld.
,
 is op u; Of, om u, om uwentwille, het is u toe te rekenen, omdat gij wel merkt dat Hagar mij versmaadt, en gij haar daarover niet bestraft.
,
 HEERE Uit zwakheid beveelt zij de zaad aan Gods oordeel, mits Hij straffe dengene die ongelijk heeft, zo hij daarin niet voorziet. Vergelijk 1Sa 24:13, 1Sa 24:16.
Copyright information for DutSVVA