Genesis 16:7

7En de Engel des Heeren vond haar aan een waterfontein in de woestijn, aan de fontein op den weg van Sur.
 de engel Dat is, het hoofd der engelen, de Heere Christus, die daarom ook HEERE genoemd wordt, vs.13, en Gen 18:26, Gen 18:33; Jdg 6:14, en Jdg 13:19, Jdg 13:22.
,
 vond haar Dit woordje drukt uit het wakende oog des Heeren over deze dwalende en bedroefde Hagar.
,
 Sur Hebr. Schur. Vanwaar men ging naar Egypte, waarvan zij was; zie onder Gen 25:18; Exo 15:22; en 1Sa 15:7.
Copyright information for DutSVVA