Genesis 18:19

19Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij den weg des Heeren houden, om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de Heere over Abraham brenge hetgeen Hij over hem gesproken heeft.
 hem gekend, Dat is, Ik heb hem uitverkoren, bezind en verzorgd als mijn eigendom. Alzo wordt het woord kennen genomen in verscheidene plaatsen, als Psa 1:6; Jer 1:5, en Jer 24:5; Hos 13:5; Amo 3:2; Joh 10:27; 2Ti 2:19.
,
 opdat hij Aldus worden de Hebreeuwse woordjes, die hier gebruikt zijn, genomen Lev 17:5; Deu 20:18, en Deu 27:3, enz.
,
 den weg Dat is, het voorschrift van Gods Woord, ons onderwijzende in al hetgeen ons geloof en onzen wandel aangaat. Zie Psa 51:15, enz.
,
 om te Een manier van spreken dikwijls in de Heilige Schrift gebruikt, betekende al wat goed en recht is, begrepen in de eerste en tweede tafel der wet, tot het privaat of publiek leven behorende. Verg. Psa 119:121.
Copyright information for DutSVVA