Genesis 18:2

2En hij hief zijn ogen op en zag; en ziet, daar stonden drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter aarde.
 mannen In gedaante en naar de mening van Abraham; maar in waarheid twee engelen en de derde de HEERE zelf, die voor den tijd van dit gezantschap met menselijke lichamen zich vertoonden; met welke zij gingen, zaten, spraken en aten; zie Heb 13:2. Dat de een de HEERE God was, blijkt hier vs.1, en uit het vervolg van deze historie.
,
 boog zich Te weten, om politieke en burgerlijke eer te bewijzen. Alzo onder Gen 23:7, 12; 1Sa 25:24; 2Sa 14:4; 1Ki 1:23; Est 3:2.
Copyright information for DutSVVA