Genesis 18:6

6En Abraham haastte zich naar de tent tot Sara, en hij zeide: Haast u; kneed drie maten meelbloem, en maak koeken.
 maten Hebr. Seïm. Een zekere maat van droge waren, houdende 144 henne-eierschalen , het derde deel van een efa. Zie van deze maat ook Exo 16:36.
,
 koeken Het Hebr. woord betekent koeken, die op een heten haard onder of op kolen of in hete as gebakken worden. Zie Exo 12:39; Num 11:8; 1Ki 17:3, 1Ki 19:6.
Copyright information for DutSVVA