Genesis 19:19

19Zie toch, Uw knecht heeft genade gevonden in Uw ogen, en Gij hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden bij het leven; maar ik zal niet kunnen behouden worden naar het gebergte heen, opdat mij niet misschien dat kwaad aankleve, en ik sterve!
 genade Zie boven Gen 6:8.
,
 opdat mij Lot is bezorgd dat het gebergte te ver zal zijn, en dat hij onder weg door dat verderf zou mogen overvallen worden.
,
 kwaad Versta, het kwaad der straf, gelijk dit woord aldus dikwijls gebruikt wordt. Zie Deu 31:17; 1Ki 9:9, en 1Ki 14:10; Isa 45:7; Jer 6:19; Amo 3:6.
Copyright information for DutSVVA