Genesis 20:17-18

17En Abraham bad tot God; en God genas Abimelech, en zijn huisvrouw, en zijn dienstmaagden, zodat zij baarden.
 Abraham Zie boven, vs.7.
,
 genas Zodat hij niet stierf aan de ziekte, gelijk God de HEERE hem bedreigd had, vs.3, 7.
,
 zodat Dat is, baren konden. Zie het volgende vers.
18Want de Heere had al de baarmoeders van het huis van Abimelech ganselijk toegesloten, ter oorzake van Sara, Abrahams huisvrouw.
 ganselijk Hebr. toesluitende toegesloten voor alle baarmoeder, dat is, Hij had haar onvruchtbaar gemaakt. Zie deze manier van spreken 1Sa 1:5-6; daarentegen betekent de opening der baarmoeder, de gave der vruchtbaarheid, ond Gen 29:31.
,
 ter oorzake Hebr. om de zaak van Sara.
Copyright information for DutSVVA