Genesis 20:4

4Doch Abimelech was tot haar niet genaderd; daarom zeide hij: Heere! zult Gij dan ook een rechtvaardig volk doden?
 genaderd; Dat is, hij had haar niet beslapen. Deze manier van spreken komt overeen met een vrouw bekennen, boven Gen 4:1; tot een vrouw ingaan, boven Gen 6:4; of een vrouw aanroeren, Pro 6:29; 1Co 7:1, en onder vs.6. Versta, dat hij door God belet was door ziekte. Zie onder vs.6, 17.
,
 rechtvaardig Dat is, onschuldig en onnozel in deze zaak. Verg. 2Sa 4:11.
,
 volk Dat is, niet alleen mijn huisgezin, gelijk vs.17, maar ook de andere onderdanen, gelijk vs.9.
Copyright information for DutSVVA