Genesis 20:8
8Toen stond Abimelech des morgens vroeg op, en riep al zijn knechten, en sprak al deze woorden voor hun oren. En die mannen vreesden zeer. ▼
,
▼▼ woorden Of, zaken; te weten, die hem in den droom waren wedervaren. Alzo ook onder, vs.10, en
Gen 24:66, enz.
,
▼▼ voor hun Dat is, dat zij die hoorden.
,
▼▼ vreesden Als hebbende ten dienste van hun koning het nemen van Sara gevorderd. Verg. boven
Gen 12:15.