Genesis 21:14

14Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en nam brood, en een fles water, en gaf ze aan Hagar, die leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en zond haar weg. En zij ging voort, en dwaalde in de woestijn Ber-seba.
 brood, Versta door brood en water, alles wat tot deze reis nodig was.
,
 kind, Te weten, Ismaël, boven genoemd jongen, vs.12, en ond. vs.17. De geestelijke beduiding van deze gehele zaak, zie Gal 4:23-24, enz.
,
 in de Gelegen op de zuidelijke grens van Palestina, niet ver van Gerar, en op dezen tijd aldus nog niet genoemd, maar daarna, toen de koning Abimélech omtrent die plaats met Abraham een verbond heeft gemaakt. Zie onder, vs.31.
Copyright information for DutSVVA