Genesis 21:20-21

20En God was met den jongen; en hij werd groot, en hij woonde in de woestijn, en werd een boogschutter.
 God was God was hem gunstig, en zegende hem naar den inhoud zijner belofte, zoveel het tijdelijke betreft. Verg. ond. de aant. op vs.22
,
 een boogschutter Hebr. een schietende boogschutter. Dat is, een kloek jager en krijgsman. Zie boven, Gen 16:12.
21En hij woonde in de woestijn Paran; en zijn moeder nam hem een vrouw uit Egypteland.
 Paran; Zie bov. Gen 14:6.
,
 en zijn Merk hier op het recht der ouders over de kinderen in huwelijkszaken, ja zelfs der moeder alleen. Verg. ond. Gen 24:3-4, enz.
Copyright information for DutSVVA