Genesis 22:2

2En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.
 Neem Elk woord kon des vaders hart doorsnijden. Dit en hetgeen onder vs.6, 9,10, verhaald wordt, kan ons enigszins afbeelden het genadewerk Gods, die zijn eigen, welbeminden Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgeven heeft, om onze zonden te dragen op het hout; Rom 8:32; 1Pe 2:24.
,
 het land Alzo, naar het algemeen gevoelen genoemd naar de uitkomst dezer verzoeking. Zie onder, vs.14, met de aant. Dit is het land, waarin Jeruzalem gelegen en de tempel op den berg Moria gebouwd is, 1Ch 22:1; 2Ch 3:1, ter zijde van den berg Zion, omtrent drie dagreizen van Berseba. Zie onder, vs.4.
,
 offer hem Dat is, dood hem eerst met uw eigen hand, en verbrand daarna het dode lichaam tot as toe; gelijk men doet met de beesten, die ten brandoffer geëigend zijn; Lev 6:9-10, enz. Dit bevel was door geen natuurlijk vernuft, maar alleenlijk door het geloof, met Gods belofte en Abrahams vaderlijken plicht en genegenheid tot zijn enigen zoon overeen te brengen; maar van Gods verborgen raad en voornemen in dit bevel; zie op vs.1 en onder vs.12.
,
 brandoffer, Zie de aantekening boven Gen 8:20.
Copyright information for DutSVVA