Genesis 22:24
24En zijn bijwijf, welker naam was Reüma, diezelve baarde ook Tebah, en Gaham, en Tahas, en Maacha. ▼▼ bijwijf, Versta een zodanige vrouw, die wel tot voortteling van kinderen getrouwd werd, naar het misbruik van dien tijd, maar evenwel werd genomen zonder bruidschat en huwelijkscontract, staande onder de wettelijke en principale huisvrouw; gelijk ook haar kinderen geen erfgenamen waren, maar werden met giften of legaten uitgezet; bov. Gen 21:14-15, en Gen 25:6. Het Hebreeuwse woord betekent een gedeelde of halve vrouw.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA