Genesis 24:10

10En die knecht nam tien kemelen van zijns heren kemelen, en toog heen; en al het goed zijns heren was in zijn hand; en hij maakte zich op, en toog heen naar Mesopotamië, naar de stad van Nahor.
 al het Dat is, allerlei nodig en kostbaar goed nam hij met goedvinden van zijn heer mede, zo tot de reis, als tot verering, daar het in deze zaak dienstig zou wezen. Zie vs.54.
,
 Mesopotámië, Hebr. Syrië der twee rivieren; zo genoemd, omdat het gelegen was tussen twee rivieren, Tigris aan het oosten, en Eufraat aan het westen. Zie dezen naam ook Deu 23:4; Jdg 3:8.
,
 stad van Dat is, waar Nahor woonde; zie boven Gen 23:10. Versta de stad Haran, gelijk afgenomen wordt uit Gen 28:10, en Gen 29:4.
Copyright information for DutSVVA