Genesis 25:18

18En zij woonden van Havila tot Sur toe, hetwelk tegenover Egypte is, daar gij gaat naar Assur; hij heeft zich nedergeslagen voor het aangezicht van al zijn broederen.
 Havila Zie boven, Gen 2:11, en de aantekening daarop.
,
 Sur Zie boven, Gen 16:7, en Gen 20:1.
,
 hij heeft Te weten, met ter woon. Zie Num 34:2; Jdg 7:12. Hebr. hij is gevallen, te weten, met zijn lot en erf, Jos 23:4; Psa 78:55.
,
 voor het Zie boven, Gen 16:12.
Copyright information for DutSVVA