Genesis 26:24-25

24En de Heere verscheen hem in denzelven nacht, en zeide: Ik ben de God van Abraham, uw vader; vrees niet; want Ik ben met u; en Ik zal u zegenen, en uw zaad vermenigvuldigen, om Abrahams, Mijns knechts, wil.
 in dienzelfden Te weten, toen hij eerst te Berseba gekomen was. God de HEERE is niet lang met zijn troost uitgebleven.
,
 Ik ben de Zie boven, Gen 17:7.
,
 uw vader Wien Ik mijn woord en beloften gegeven heb, gelijk hij die ook heeft aangenomen. Zie onder, Gen 31:5, Gen 31:42.
,
 vrees niet Te weten, voor deze Filistijnen. Verg. boven, Gen 15:1.
,
 Ik ben met u; Zie Gen 21:22.
,
 om Abrahams Dat is, niet om zijn verdienste, maar om het verbond, dat Ik met hem gemaakt heb.
25Toen bouwde hij daar een altaar, en riep den Naam des Heeren aan. En hij sloeg aldaar zijn tent op; en Izaks knechten groeven daar een put.
 bouwde Om daarmee te tonen dat hij geen anderen God eren noch dienen wilde dan den God zijns vaders Abrahams.
,
 riep den Zie boven, Gen 4:26.
Copyright information for DutSVVA