Genesis 26:34-35

34Als nu Ezau veertig jaren oud was, nam hij tot een vrouw Judith, de dochter van Beëri, den Hethiet, en Basmath, de dochter van Elon, den Hethiet.
 veertig Hebr. een zoon van veertig jaar; zo oud was ook zijn vader Izak, toen hij trouwde, boven Gen 25:20.
,
 Judith, Hebr. Jehudith. Eenigen menen dat deze dezelfde geweest is, die onder, Gen 36:2, Aholibama genoemd wordt. Zodat zij twee namen gehad zou hebben, gelijk ook haar vader, die hier Beëri, en Gen. 36 Ana geheten wordt. Maar zij kunnen wel onderscheiden vrouwen geweest zijn, daar het blijkt dat Ezau tot het misbruik van meer vrouwen tegelijk te hebben genegen was.
,
 den Hethiet, Ee van de Kanaänietische volken, zie boven, Gen 10:15. Deze huwelijken deed Ezau tegen den dank en den wil van zijn ouders; zie boven, Gen 24:3, en onder, Gen 27:24, en Gen 28:2.
,
 Basmath, Onder, Gen 36:2, genaamd, Ada.
35En deze waren voor Izak en Rebekka een bitterheid des geestes.
 een bitterheid Ten eerste, om haar gruwelijke afgoderij; ten tweede, om haar kwade, dartele, wereldse, trotse en wederspannige manieren; ten derde, omdat zij afkomstig waren uit een vervloekte natie, die God verderven en uitroeien wilde.
Copyright information for DutSVVA