Genesis 30:38-39
38En hij leide deze roeden, die hij geschild had, in de goten, en in de drinkbakken van het water, waar de kudde kwam drinken, tegenover de kudde; en zij werden verhit, als zij kwamen om te drinken. ▼▼ zij werden Dat is, verhit zijnde ontvingen zij.
39Als dan de kudde verhit werd bij de roeden, zo lammerde de kudde gesprenkelde, gespikkelde, en geplekte. ▼▼ gesprenkelde, Te weten, aan de poten, gelijk boven vs.35.
Copyright information for
DutSVVA