Genesis 31:19

19Laban nu was gegaan, om zijn schapen te scheren; zo stal Rachel de terafim, die haar vader had.
 de terafim, Terafim zijn geweest een soort van beelden naar figuur van een mens gemaakt; 1Sa 19:13, 1Sa 19:16, tot afgoden, vs.30, 32, om die van toekomende dingen te vragen; Eze 21:21, en waardoor zij van den duivel antwoord kregen, naar waarheid of naar leugen; Zec 10:2. Van de terafim wordt ook gesproken Jdg 17:5, en Jdg 18:14, Jdg 18:17, Jdg 18:18, Jdg 18:20; 1Sa 15:23; 2Ki 23:24, en Hos 3:4. Deze terafim heeft Laban [hoewel de ware God hem niet onbekend was, boven, Gen 30:27, en in dit hoofdst. vs.24, 29], godsdienstige eer bewezen, willende aldus tezamen God en de afgoden dienen, of de kennis van den waren God gans door afgoderij in ongerechtigheid tenonder houden. Dit is de eerste plaats waar de Heilige Schrift van de afgoden spreekt, alhoewel zij er tevoren lang geweest zijn.
Copyright information for DutSVVA