Genesis 32:1-2

1Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen Gods ontmoetten hem.
 engelen Om Jakob van Gods tegenwoordigheid en bijstand te meer te verzekeren.
2En Jakob zeide, met dat hij hen zag: Dit is een heirleger Gods! en hij noemde den naam derzelver plaats Mahanaim.
 Mahanáïm. Dat is, twee heirlegers, of een dubbel heirleger, hetzij dat de engelen zich verdeeld hebben in twee legers, om Jakob tussen beide te laten passeren, of omdat er een leger was, bestaande uit engelen, en een ander, bestaande uit Jakobs huisgezin. Te dezer plaatse is naderhand een stad geweest, die Mahanaïm heette, Jos 13:26, en Jos 21:38.
Copyright information for DutSVVA