Genesis 32:5

5En ik heb ossen en ezelen, schapen en knechten en maagden; en ik heb gezonden om mijn heer aan te zeggen, opdat ik genade vinde in uw ogen.
 aan te Te weten, van mijn aankomst en gelegenheid.
,
 opdat ik Zie boven, Gen 18:3. Hij verzoekt vriendschap, eensdeels om vergetenheid van alle voorgaande onmin; anderdeels om met vrede door het land te mogen trekken.
Copyright information for DutSVVA