Genesis 32:9
9Voorts zeide Jakob: O, God mijns vaders Abrahams, en God mijns vaders Izaks, o Heere! Die tot mij gezegd hebt: Keer weder tot uw land, en tot uw maagschap, en Ik zal wel bij u doen! ▼▼ O, God mijns Jakob benauwd zijnde, roept het heirleger der engelen, hetwelk hij gezien had, niet aan, maar alleen den waren God.
,
▼▼ vaders Abrahams, Dat is, grootvaders.
Copyright information for
DutSVVA