Genesis 33:4

4Toen liep Ezau hem tegemoet, en nam hem in den arm, en viel hem aan den hals, en kuste hem; en zij weenden.
 kuste hem; Zie boven, Gen 29:11.
,
 zij weenden Dit is dikwijls geschied bij de ontmoeting van vrienden, gelijk hier en boven, Gen 29:11, en onder, Gen 43:30 en Gen 46:29, of in het scheiden, Rth 1:14, Act 20:37.
Copyright information for DutSVVA