Genesis 35:10

10En God zeide tot hem: Uw naam is Jakob, uw naam zal voortaan niet Jakob genoemd worden, maar Israël zal uw naam zijn; en Hij noemde zijn naam Israël.
 Uw naam is God bevestigt hier aan Jakob hetgeen Hij hem tevoren gezegd had; zie boven, Gen 32:28.
Copyright information for DutSVVA