Genesis 36:6

6Ezau nu had genomen zijn vrouwen, en zijn zonen, en zijn dochters, en al de zielen zijns huizes, en zijn vee, en al zijn beesten, en al zijn bezitting, die hij in het land Kanaän geworven had, en was vertrokken naar een ander land, van het aangezicht van zijn broeder Jakob.
 zielen zijns Dat is, de personen, gelijk boven, Gen 12:5.
,
 vee, en Door vee versta men de kleine, en door beesten de grote dieren; gelijk ook boven, Gen 34:24; 2Ki 3:17.
,
 een ander Namelijk, naar Seïr, gelijk volgt.
,
 van het Of voor het aangezicht, dat is van wege Jakob. Dit is geschied door een heimelijke regering van God, omdat het land Kanaän hem door zijn vader, naar Gods bevel, beloofd was, en hij schuldig was dat voor zijn broeder te ruimen.
Copyright information for DutSVVA