Genesis 39:10

10En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, en bij haar te zijn;
 dag op dag Hebr. dag, dag. Een en hetzelfde woord wordt somtijds tweemalen genomen, om een gedurigheid des tijds te betekenen; Exo 16:5, Exo 16:21; Lev 6:12; Deu 2:27, en Deu 14:22.
,
 haar te zijn; Dat is, om haar gesprekken daarover aan te horen. Want hij wist wel dat kwade redenen goede zeden bederven. 1Co 15:33.
Copyright information for DutSVVA