Genesis 42:28

28En hij zeide tot zijn broederen: Mijn geld is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn zak! Toen ontging hun het hart, en zij verschrikten, de een tot den ander zeggende: Wat is dit, dat ons God gedaan heeft?
 ontging Hebr. ging hun hart uit; dat is, de kracht huns harten week van hen, evenals wanneer iemand in onmacht valt. Verg. 1Ki 10:5, met de aantekeningen.
,
 verschrikten, Zie boven, Gen 27:33.
,
 de een tot Hebr. de man tot zijn broeder.
,
 Wat is dit, Of, hoe heeft ons God dit gedaan? Zij oordelen uit dit en al het voorgaande, dat God op hen vergramd was.
Copyright information for DutSVVA