‏ Genesis 45:5

5Maar nu, weest niet bekommerd, en de toorn ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis des levens.
 de toorn Of, droefheid, of, spijtigheid, of enige andere kwade beweging; verg. boven, Gen 31:35; òf, laat geen kwade gezindheid in u blijken.
,
 God heeft Door zijn wijze, goede en alvermogende regering, uw kwaad werk tot een goed einde wendende; gelijk Hij gedaan heeft met het werk van Saul, 1Sa 19:9, van Absalom, 2Sa 12:12; van Simeï, 2Sa 16:10; van Achitofel, 2Sa 17:14; van de vijanden van Job, Job 1:21; van de Joden, Act 2:23, enz; zie 2Sa 12:12.
,
 des levens Te weten, van ulieden. Anders, tot leeftocht gelijk Jdg 6:4, en Jdg 17:10.
Copyright information for DutSVVA