Genesis 46:10

10En de zonen van Simeon: Jemuël, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaänietische vrouw.
 Jemuël, Ook genoemd Nemuel, Num 26:12.
,
 Ohad, Hij wordt Num 26:12, en 1Ch 4:24, niet genoemd onder de kinderen van Simeon; het schijnt dat hij en de zijnen in dien tijd al gestorven waren.
,
 Jachin, Ook genoemd Jarib, 1Ch 4:24.
,
 Zohar, Ook genoemd Zerah, Num 26:13.
,
 Kanaänietische Zijnde van een vervloekte natie, waarmede het volk Gods verboden was te trouwen. Dit wordt verhaald tot schande van Simeon, gelijk ook boven van Juda Gen 38, en tot eer van de anderen, die deze exempelen niet gevolgd hebben.
Copyright information for DutSVVA