Genesis 47:7

7En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao’s aangezicht; en Jakob zegende Farao.
 zegende Op een bijzondere wijze, als een patriarch, den koning in zijn groetenis voor alle eer en vriendschap, hem en den zijnen bewezen, dankende, en hem allerlei welvaart van God toewensende; verg. 1Sa 13:10, en 2Sa 8:10, alzo ook onder, vs.10.
Copyright information for DutSVVA