Genesis 47:9

9En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen.
 De dagen Dat is, waarin ik dikwijls als een vreemdeling herwaarts en derwaarts heb moeten trekken en omzwerven; zie boven, Gen 17:8.
,
 kwaad zijn Jakob wil zeggen dat zijn leven is geweest vol arbeid, moeite, verdriet en ellende, ook meerder dan van zijn voorvaders.
,
 en hebben Want zijn vader Izak had geleefd 180 jaren, boven, Gen 35:28; zijn grootvader Abraham 175 jaren, boven, Gen 25:7, zijn overgrootvader Therah 205 jaren, boven, Gen 11:32. Jakob is gestorven oud zijnde 147 jaren.
Copyright information for DutSVVA