Genesis 49:25
25Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder! ▼▼ zegenen met zegeningen des Hij spreekt van Jozefs nakomelingen, wien hij voorzegt vierderlei zegen, dien God hun verlenen zou: I. Door middel van den hemel, als zijn, tijdige zomer en winter, zonneschijn, regen en dauw; Deu 33:13; Eze 34:20; II. Uit den afgrond als fonteinen, rivieren, allerlei staande en vloeiende wateren. Verg. Deu 8:7, en Deu 33:13; III. Door midden van de mensen, als de vruchtbaarheid en vermenigvuldiging der nakomelingen, Deu 33:17; IV. Door de beesten, als voedsel, kleding, dienstelijke hulp en grote menigte daarvan. Verg. Deu 28:4.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA