Genesis 49:29-30
29Daarna gebood hij hun, en zeide tot hen: Ik word verzameld tot mijn volk: begraaft mij bij mijn vaders, in de spelonk, die is in den akker van Efron, den Hethiet; ▼ , ▼ , ▼ 30In de spelonk, welke is op den akker van Machpela, die tegenover Mamre is, in het land Kanaän, die Abraham met dien akker gekocht heeft van Efron, den Hethiet, tot een erfbegrafenis. ▼▼ is op den akker Hij beschrijft deze spelonk dus naarstiglijk, zowel om te tonen dat hij grote begeerte had om daar begraven te worden, als omdat hij vreesde, dat zij de plaats niet wel mochten onthouden hebben; want Jozef was nu omtrent negen en dertig jaren uit het land Kanaän geweest, en zijn broeders omtrent zeventien jaren.
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA