Genesis 49:9

9Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan?
 Juda is een Dit alles wordt hier gesproken bij gelijkenis, om uit te drukken de tijdelijke heerschappij en macht der nakomelingen van Juda; Jdg 1:2; 1Sa 17:51; 2Sa 8:12-13, en 1Ki 9:20, enz; en de eeuwige van den Messias, die uit Juda zou spruiten, Mat 28:18; Luk 1:32, Luk 1:43; Eph 1:20-21.
,
 wie zal hem Alsof hij zeide: zijn vijanden zullen hem zozeer vrezen, dat zij hem niet lichtelijk of zonder hun schade tergen zullen.
Copyright information for DutSVVA