Genesis 50:2

2En Jozef gebood zijn knechten, den medicijnmeesters, dat zij zijn vader balsemen zouden; en de medicijnmeesters balsemden Israël.
 zijn vader Dat is, het dode lichaam zijns vaders.
,
 balsemen zouden; Een oud gebruik der oosterse volken, waardoor zij de dode lichamen met welriekende kruiden en krachtige specerijen bestrooid en gevuld en met zalf, daarvan gemaakt, bestreken hebben; welk gebruik de heidenen uit superstitie, maar de Israëlieten met een heilig nadenken, tot een getuigenis van de toekomende onverderfelijkheid onzer lichamen, onderhouden hebben. Zie 2Ch 16:14, en 2Ch 21:19; Mar 16:1; Joh 19:40.
Copyright information for DutSVVA