9En met hem togen op, zowagenenalsruiteren; en het was een zeerzwaarheir. ▼
▼ zwaar heir Dat is, groot in menigte. Aldus wordt een zwaar volk genoemd, Num 20:20, en 1Ki 3:9, hetwelk uitgelegd wordt een groot volk; 2Ch 1:10. Zie ook 1Ki 10:2, en 2Ki 6:14.